De meest voorkomende vragen over de spelregels

Voor beginners en schooldammers staan hieronder de belangrijkste spelregels uitgelegd in ‘Jip en Janneke-taal’.

Let op: Bij officiële wedstrijden kun je je uiteraard alleen beroepen op de meer ‘juridische’ tekst van het officiële spelreglement van de KNDB.

Hoe moet het bord liggen?

Het dambord moet zo voor je liggen dat het veld uiterst links op de onderste rij een donker veld is. Als je er na de eerste zet van zwart achterkomt dat het bord verkeerd ligt, zul je moeten doorspelen. Kom je er eerder achter, dan draai je het bord en begint de partij opnieuw.

Geef je je tegenstander een hand voor de partij?

Voor aanvang van de partij geef je je tegenstander een hand en je wenst hem of haar ‘een prettige wedstrijd’ of iets soortgelijks. (Dit is geen officiële regel maar gewoon sportiviteit.) Ook aan het einde geef je elkaar een hand. De verliezer feliciteert dan de winnaar.

Wie begint er?

Wit begint altijd.

Als ik een schijf heb aangeraakt, moet ik die dan ook zetten?

Aanraken is zetten, behalve bij het rechtzetten van de stukken. Met andere woorden: een schijf of dam die je aanraakt terwijl je aan zet bent, moet je zetten. Maar als je bedoeling alleen maar was om de stukken recht te zetten, geldt deze regel niet. Als je stukken wilt rechtzetten, zeg je dat eerst even aan je tegenstander en vervolgens zet je ze recht.

Is slaan verplicht?

Ja, slaan is verplicht. Dit is een belangrijk verschil tussen schaken en dammen: bij schaken mag je slaan, bij dammen moet je slaan.

Mijn tegenstander vergeet te slaan, wat nu?

Als je tegenstander vergeet te slaan of onreglementair slaat, mag jij zelf beslissen wat je doet: je laat je tegenstander de foute zet terugnemen en alsnog slaan, of je speelt gewoon door. Bekijk op zo’n moment dus rustig wat het gunstigste voor je is. Degene die de fout heeft gemaakt, heeft op dit moment niets in te brengen. Let op: als je doorspeelt door zelf weer een zet te doen, kun je er niet meer op terug komen.
(Vroeger werd bij vergeten te slaan een schijf van het bord genomen, maar die regel is allang vervallen!)

Mag je ook achteruit slaan?

Ja, je mag zowel vóór- als achteruit slaan. (En tijdens een meerslag is het zelfs mogelijk dat je bijvoorbeeld eerst een keer vooruit slaat en dan achteruit.)

Gaat meerslag voor?

Ja, meerslag gaat vóór! Als je dus de keuze hebt tussen verschillende slagen, moet je de slag uitvoeren waarbij je meeste stukken slaat. (Een dam die je kunt slaan geldt ook als één stuk.)

Gaat damslag voor?

Nee, damslag gaat niet vóór! Als je zowel met een schijf als een dam kunt slaan, mag je kiezen. Dat geldt uiteraard alleen als het aantal stukken dat je kunt slaan gelijk is, want meerslag gaat vóór.

Hoe pak je bij een meerslag de schijven van het bord?

Bij een meerslag laat je eerst duidelijk zien welke stukken je slaat, door rustig stap voor stap over de schijven te slaan. Pas als de meerslag helemaal uitgevoerd is, haal je de stukken van het bord, in de volgorde dat je ze geslagen hebt.

Mag je bij een meerslag tweemaal over dezelfde schijf slaan?

Nee, dat mag niet! Als je in een meerslag dezelfde schijf voor de tweede keer ‘tegenkomt’, moet je daar stoppen. Deze regel kan tot een hele verrassende slag leiden, de zogenaamde ‘Turkse slag’. Zie dit voorbeeld in de cursus.

Tijdens een slag komt mijn schijf op de damlijn, maar de slag eindigt daar niet. Heb ik nu een dam?

Nee, je haalt alleen een dam als het stuk op de damlijn tot stilstand komt, door een zet of een slag. Als je tijdens een slag wel de damlijn bereikt maar moet doorslaan zodat de slag niet op de damlijn eindigt, heb je geen dam gehaald.

Mag je praten tijdens het dammen, of voorzeggen?

Bij officiële wedstrijden mag je eigenlijk niet praten, omdat anderen dan afgeleid kunnen worden. Praat in ieder geval niet tijdens de partij met anderen over de stand op je bord. Het is namelijk verboden om raad te geven of te ontvangen. En uiteraard mag je je tegenstander niet hinderen of afleiden.

Mogen toeschouwers praten of voorzeggen?

Nee, toeschouwers mogen zich op geen enkele manier met de partij bemoeien.

Wanneer heb je gewonnen?

Je hebt gewonnen als je tegenstander geen schijven meer heeft, óf als je tegenstander geen enkele zet meer kan doen omdat hij of zij helemaal vaststaat. Je kunt ook winnen doordat je tegenstander de partij ‘opgeeft’, bijvoorbeeld omdat hij/zij heel veel schijven minder heeft.

Ik sta heel veel schijven achter en weet zeker dat ik ga verliezen. Moet ik doorspelen tot het einde?

Nee, je mag de partij opgeven wanneer je wilt. Maar doe dat alleen als je stand helemaal hopeloos is! Je geeft de partij op door je tegenstander een hand te geven en hem of haar te feliciteren met de overwinning.

Ik sta vast en kan niet meer zetten, is het nu remise?

Nee, als je vaststaat en je bent aan zet, heb je verloren! Soms staan beide spelers helemaal vast. Ook dan geldt: degene die aan zet is, verliest.

Wanneer is het remise?

Sommige partijen eindigen onbeslist: remise. Bijvoorbeeld als beide spelers op het laatst alleen maar één dam hebben. Dan kun je niet meer winnen, tenzij je tegenstander een enorme fout maakt, maar het is niet toegestaan om daarop te wachten door eindeloos door te spelen. Officieel zijn er verschillende manieren om remise te bereiken:

  • beide spelers komen remise overeen
  • als door herhaling van zetten voor de derde keer dezelfde stand ontstaat
  • na wederzijds vijf zetten in een stand van één dam tegen maximaal twee stukken waaronder een dam
  • na wederzijds zestien zetten in een stand van één dam tegen drie stukken waaronder een dam
  • als er wederzijds 25 zetten lang geen enkele schijf is verzet of geslagen

(Bijvoorbeeld: Als beide spelers nog slechts één dam hebben, geldt de 5 zetten-regel.)

Volgens mij is het remise, maar mijn tegenstander wil doorspelen. Wat nu?

Als je tegenstander maar blijft doorspelen terwijl het volgens jou remise is, roep je de arbiter of wedstrijdleider erbij. Die kan de partij dan remise verklaren, als aan de bovenstaande regels is voldaan.

Terug naar de damcursus